Sjöcrona • van Stigt Advocaten

Inzet diensthond in auto gerechtvaardigd; voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit

Inzet diensthond in auto gerechtvaardigd; voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Op 23 februari 2022 heeft het Haagse gerechtshof uitspraak gedaan in de beklagprocedure ex art. 12 Sv, aangespannen tegen een agent die in maart 2020 geweld heeft moeten gebruiken bij de aanhouding van een persoon op de Hilledijk te Rotterdam. De agent heeft zich genoodzaakt gezien zijn diensthond in te zetten in een personenauto (via het geopende autoraam), zijn taser te gebruiken en fysiek geweld toe te passen teneinde de aanhouding te kunnen voltooien.

De casus is uitvoerig aan de orde geweest in de media, waaronder in de Zembla-uitzending ‘Bijten als beloning’. Zonder een compleet beeld te hebben van de kwestie, werd het handelen van de agent – onze cliënt, bijgestaan door Linda van der Hut – in harde bewoordingen veroordeeld.

De beschikking van het Haagse gerechtshof maakt eens temeer duidelijk dat gedegen kennis en een nauwkeurige weging van álle relevante feiten en omstandigheden binnen het daarvoor geldende juridisch kader – iets waar de rechter uiteraard bij uitstek voor is opgeleid – noodzakelijk is voor een juiste, rechtvaardige beoordeling van de inzet van geweldsmiddelen door politie. Het maakt tevens duidelijk hoe gevaarlijk, en bovendien kwalijk, het is (voorbarige) conclusies te trekken en oordelen uit te spreken op basis van enkel beelden dan wel fragmenten van informatie. In de uitgebreide beschikking overwoog het hof immers dat al het door de agent toegepaste geweld gerechtvaardigd was en voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Lees de beschikking hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2022:279